Posts

Onvoltooid

Hoewel er niks meer verschenen is op de blog sinds juni vorig jaar, denk ik vaak nog in termen van posts. Af en toe schiet er iets door mijn hoofd waarover ik denk: da's leuk om te beschrijven. Niet altijd kankergerelateerd. Vaak raakt het idee niet verder dan mijn hoofd wegens tijdsgebrek. Af en toe begin ik te schrijven. Zo heb ik zeker 10 half afgewerkte stukjes tekst. 't Is een bijzonder proces. Daar waar ik in 2017 zo hard die nood voelde om alles van me af te schrijven, is dat vandaag gewoon een andere realiteit. Het is meer dan 3 jaar geleden dat ik mijn diagnose kreeg. Heb ik dan nog kanker of had ik kanker? Ik werd al een aantal keer, tot mijn grote ergernis, gecorrigeerd door mensen: je hebt kanker gehad . Geen tegenwoordige tijd. De voltooid verleden tijd werd me opgelegd. Elk conflict dat ik kan vermijden, vermijd ik liever, maar inwendig borrelt de boosheid. Ook al zijn de afgelopen controlebezoeken in Gasthuisberg altijd positief geweest, toch heb ik nog steeds ka

De 11 geboden voor een beginnend fietser

1/ Koop een koersfiets en liefst eentje met de juiste framemaat. Begin bij het begin. Koop jezelf een fiets in de goede maat. Wel, dat was lachen. Na drie weken tweedehands.be afgezocht te hebben naar een fietsje dat én betaalbaar was, én goede kwaliteitsversnellingen had, én een goed frame met de juiste maat, deed ik een bod op een zoekertje. Hoe ik de juiste framemaat wist? Meten is weten. Daarenboven ben ik even groot als de man in huis (voor 's mans zelfbeeld  : die extra centimeter waarvan jij beweert hem te hebben, zet ik hier nog eventjes in de verf). In de praktijk zijn we dus even groot, ik had al een paar keer op zijn fietsje gereden en voelde dat die goed zat. Ik dus op weg naar de fiets waarop ik een bod deed om een testritje te doen. Ik voelde dat die best groot was, het stuur te ver en te diep, maar niks dat een bikefitting-sessie niet kan oplossen. DACHT IK. De man keek bedenkelijk naar de fiets toen ik er, blij als 'n kind, mee thuis kwam. Hmmmmm, dat lijkt

Paasbloemen

De eerste lentezon, de eerste zonnestralen en daar zijn ze. Ze duiken overal op in het straatbeeld. Ze schieten als paddestoelen uit de grond. Ik bedoel niet de paasbloemen. Ik heb het over de wielertoeristen. Opeens zijn ze er, in allerlei varianten. Het is de eenzaat die zich in het zweet trapt en langs wie je wil blijven rijden met de wagen om hem door het raampje heen toe te roepen dat die rode afgebakende strook, het fietspad dus, bedoeld is om wel degelijk op te fietsen. Het is die groep die superprofessioneel lijkt en op zondag in grote groep fietst, bezemwagen achterop. Net nu je je boodschappen moet gaan doen in die ene winkelketen die op zondag open is tot 13u. En het is al 12u15! Gedwongen om er achteraan te blijven tuffen. Oh ergernis. Wel, Vlaanderen telt er sinds kort een wielertoeristje bij, met name mezelf! Ik ben aan het fietsen gegaan. Gelijk een echte, met zo'n koersfiets met zo'n stuur en met zo'n klikpedalen, met zo'n fietsbroek met zo'n zeem e

Controle

Ik hink (serieus*) wat achterop met het bloggen. Zo gaat dat als een mens het werk en het gewone leven hervat. De kanker verdwijnt wat naar de achtergrond, maar tegelijk is er elke dag wel iets dat me eraan doet herinneren : de medicatie, mijn prothese of die groepsfoto aan de koelkast op het werk. Die werd genomen half december en ik had toen nog ultrakort haar. Telkens ik voorbij de koelkast passeer, schreeuwt de foto : Hallo, jij daar, met je kanker. Het blijft gek om artikels te lezen of reclamespots te horen over Kom Op Tegen Kanker . Dat besef: ik ben één van die kankerpatiënten, waarvoor dat geld wordt ingezameld. Maar goed, ik wijk af. Maandag 8 januari 2018 stond mijn eerste controle gepland in het UZ. Toen die afspraak gemaakt werd bij de laatste bestraling op 6 oktober, leek dat een onoverbrugbare eeuwigheid om zonder doktersbezoek te stellen. In werkelijkheid was het even knipperen met de ogen en daar zat ik al terug in de wachtzaal van het borstcentrum. De man vergezeld

Wat kanker me leerde ...

Stel je volgend vredig tafereel voor : mijn collega en ik zijn aan het werk op onze nieuwe werkplek. De verhuis is tijdens mijn afwezigheid gebeurd, moet u weten, dus veel heb ik de eigenaar van het gebouw nog niet gezien. Edoch, ik heb hem wel al ontmoet en mezelf toen kort aan hem voorgesteld. Ik ben nog maar net terug aan het werk. Mijn haar is aan het groeien, maar nog ultrakort, ver verwijderd van de bos recht naar omhoog groeiende chemokrullen van nu. Plots wordt er geklopt op de deur. Ik doe open. "We komen voor de afwasmachine, want er waren problemen, hoorden we." Ik laat de eigenaar en zijn schoondochter binnen. Ze bekijken het geval. Ondertussen ga ik terug aan het werk. Ik zie dat ze tot een conclusie gekomen zijn, sta recht en vraag of ik kan helpen, of ze iets willen doorgeven? Ze wijzen naar mijn collega, die nog steeds aan het bellen is. "We wachten wel." Soms hebben mensen heel veel aan ons te vertellen, dus het duurt wel even vooraleer mijn colleg

Zelfzorg

Het antwoord dat ik geef op de vraag of ik nu genezen ben, dat wordt maar matig enthousiast onthaald. Mensen willen duidelijkheid. “Ja, ik ben genezen” of “Neen, ik ben niet genezen.” Iets tussenin, dat valt blijkbaar moeilijker. Nu mijn haar volop in bloei staat, moet het wel een “Ja, ze is genezen.” zijn, toch? Zo simpel is het niet. Het echte antwoord is: “Ik weet het niet.” Misschien is er geen kankercel meer in mijn lichaam te bespeuren, maar evengoed kan de kanker zich op dit eigenste moment aan het ingraven zijn in mijn lever. De tijd zal het me leren. Als ik herval, dan was ik blijkbaar toch niet genezen en waren de ontsnapte cellen niet gedood. Als ik niet herval, is de vraag: komt het dan door de operatie, door de chemo, door de radiotherapie? Of zijn het de pillen geweest die de laatste genadeslag hebben toegediend aan die hardnekkige kankercellen? Of waren alle kankercellen direct al verwijderd na mijn operatie? Ook daar zal nooit een antwoord op zijn. Nu het leven zich st

Enkel nog wat pillekes.

"Ben je nu genezen verklaard?" Ha! Daar is ie dan, de vraag waarvan ik wist dat ik hem veelvuldig te horen ging krijgen vanaf 6 oktober 2017. Op 5 oktober klasseren mensen me nog in het vakje van kankerpatiënte, maar eens de radiotherapie afgelopen is, verwachten mensen dat ik genezen verklaard ben. Lang geleden leefde er een man die voor wonderbaarlijke genezingen zorgde, maar helaas is hij niet aan mij verschenen toen ik Gasthuisberg buitenstapte.    Wat ik dan antwoord op die vraag? Zoiets : "De chemo en bestralingen zijn inderdaad achter de rug en ik moet alleen nog wat pillen nemen. Voor even." (Lees: 10 jaar) Ik voel een lichte druk (misschien denkbeeldig, misschien ook niet) om een sociaal wenselijk antwoord te geven en om die pillen te minimaliseren. Die kanker van mij, dat heeft nu lang genoeg geduurd. Van chemo en radiotherapie kunnen mensen zich een beeld vormen (van chemo ben je misselijk en word je kaal en bestralingen zorgen voor een verbrande hu