Onvoltooid

Hoewel er niks meer verschenen is op de blog sinds juni vorig jaar, denk ik vaak nog in termen van posts. Af en toe schiet er iets door mijn hoofd waarover ik denk: da's leuk om te beschrijven. Niet altijd kankergerelateerd. Vaak raakt het idee niet verder dan mijn hoofd wegens tijdsgebrek. Af en toe begin ik te schrijven. Zo heb ik zeker 10 half afgewerkte stukjes tekst. 't Is een bijzonder proces. Daar waar ik in 2017 zo hard die nood voelde om alles van me af te schrijven, is dat vandaag gewoon een andere realiteit. Het is meer dan 3 jaar geleden dat ik mijn diagnose kreeg. Heb ik dan nog kanker of had ik kanker? Ik werd al een aantal keer, tot mijn grote ergernis, gecorrigeerd door mensen: je hebt kanker gehad. Geen tegenwoordige tijd. De voltooid verleden tijd werd me opgelegd. Elk conflict dat ik kan vermijden, vermijd ik liever, maar inwendig borrelt de boosheid. Ook al zijn de afgelopen controlebezoeken in Gasthuisberg altijd positief geweest, toch heb ik nog steeds kanker. Het is geen verleden tijd. 


De eerste twee jaar had ik om de 3 à 4 maanden een afspraak in Gasthuisberg volgens het stramien ooit hier beschreven: bloedonderzoek en gesprek bij de dokter. Jaarlijks hoort er een mammografie en echografie bij. Eens die twee jaar gepasseerd zijn (waarin je de grootste kans op herval hebt), verandert het naar halfjaarlijkse controles. In februari 2020 stond er zo eentje gepland. Maar in januari zat ik al in de wachtzaal in het borstcentrum van Gasthuisberg. Ik had een aantal weken last van een beklemmend gevoel op de borstkas, een gevoel van niet te kunnen doorademen. Ook rond het borstbeen had ik echt pijn. Ik probeerde mezelf van de nodige peptalk te voorzien als 'niet trunten', maar dat hielp niet. De pijn en de last bleven aanhouden, tot ik op een maandag besloot om naar Gasthuisberg te bellen en mijn probleem uit te leggen. Ik kreeg een afspraak 3 uur later die dag en vertrok holderdebolder, helemaal in paniek naar daar (want als ze me zo snel een afspraak geven, dan denken ze ook in Gasthuisberg dat dit niet oké is, toch?). Gelukkig werkt de man in Leuven en kwam hij naar daar gefietst voor de morele steun maar eveneens om zeker te zijn dat ik niet weer maar de helft van de klachten zou vertellen (heb ik in het verleden nog al gedaan - niet trunten). De assistent op oncologie haalde voor de zekerheid de professor erbij. De klachten die ik beschreef, klonken hem bekend in de oren : wel meer mensen die radiotherapie kregen, zouden er last van hebben, tot wel jaren later. Geruststellend, vond de man. Niks geruststellends, dacht deze vrouw. Om uitsluitsel over de longen te krijgen, werd er die vrijdag een CT-scan gepland. Als allereerste om 7u 's morgens propten ze mij in de overvolle agenda op radiologie. Voor de daaropvolgende maandag kregen we een afspraak voor de bespreking van de resultaten van de CT-scan en de bloedafname. Met de man werd afgesproken dat ze hem zouden bellen zodra er nieuws was van de CT-scan, zowel bij positief als negatief nieuws zou hij bericht krijgen. Dat zou vrijdag zelf zijn rond 16u. Na de CT-scan trok ik naar het werk. Ik had de ganse dag huisbezoeken en probeerde me te concentreren op de verhalen van de cliënten, terwijl ik vooral zin had om te gillen dat ik ook wel doffe ellende kende in m'n leven. Professionaliteit boven alles. Om 16u30 had ik nog steeds geen telefoon gekregen van de man op mijn prive-gsm. De batterij van mijn werkgsm was kort na de middag volledig leeggelopen. Ik checkte zowat om de 30 seconden mijn gsm en toen ik huiswaarts keerde, was ik compleet over mijn toeren, ervan overtuigd dat de man niet durfde bellen met het slechte nieuws dat hij te horen had gekregen. De boodschap die hij me moest brengen, was zo erg dat hij die niet over telefoon wou brengen, maar het me thuis zou vertellen nadat hij zou zeggen: zet u efkes. Daar stond ik dan aan de voordeur, te wachten op mijn doodvonnis. De man zwierde de voordeur open met "Voicemail gehoord? Goed he!" Hij had me wel degelijk gebeld, met goed nieuws, al om 14u in de namiddag, op mijn werkgsm. Er was niks verdachts te zien op de scan en ook de bloedresultaten waren goed met een tumormarker van 13. Het was hoogstwaarschijnlijk een ontsteking van het kraakbeen tussen ribben en borstbeen en mits pijnmedicatie zou dit vanzelf moeten overgaan. Ik begon onbedaarlijk te wenen, een uur lang. Alle stress van de afgelopen dagen kwam eruit. De kinderen keken niet begrijpend op van hun tv-programma en konden moeders tranendal niet vatten. Ik had me de ganse week sterk gehouden, althans aan de buitenkant. Toen ik maar niet kon stoppen met wenen, besefte ik pas hoe de onzekerheid me vanbinnen in wurggreep had gehouden. Hield. Houdt. Nog steeds houdt. Zal houden. Altijd zal houden. Verleden tijd. Tegenwoordige tijd. Toekomstige tijd. Maar nooit voltooid. 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Lymfestrengen: eufemisme voor lymfekrengen

Controle