Zelfzorg

Het antwoord dat ik geef op de vraag of ik nu genezen ben, dat wordt maar matig enthousiast onthaald. Mensen willen duidelijkheid. “Ja, ik ben genezen” of “Neen, ik ben niet genezen.” Iets tussenin, dat valt blijkbaar moeilijker. Nu mijn haar volop in bloei staat, moet het wel een “Ja, ze is genezen.” zijn, toch? Zo simpel is het niet. Het echte antwoord is: “Ik weet het niet.” Misschien is er geen kankercel meer in mijn lichaam te bespeuren, maar evengoed kan de kanker zich op dit eigenste moment aan het ingraven zijn in mijn lever. De tijd zal het me leren. Als ik herval, dan was ik blijkbaar toch niet genezen en waren de ontsnapte cellen niet gedood. Als ik niet herval, is de vraag: komt het dan door de operatie, door de chemo, door de radiotherapie? Of zijn het de pillen geweest die de laatste genadeslag hebben toegediend aan die hardnekkige kankercellen? Of waren alle kankercellen direct al verwijderd na mijn operatie? Ook daar zal nooit een antwoord op zijn.

Nu het leven zich stilaan hervat, moet ik verder met dat zwaard van Damocles dat boven mijn hoofd hangt. Iemand met ervaring had me gewaarschuwd : “Eens je chemo en radiotherapie achter de rug zijn, je haar teruggroeit, de mensen denken dat je genezen bent, dan begint het pas.” Nu pas snap ik wat ze bedoelt: het gevecht met mijn hoofd. Nu pas komt de boomerang terug, recht in mijn gezicht, geen ontwijken aan. De afgelopen maanden was ik bezig met overleven, het gezin en huishouden draaiende te houden, mij niet laten wegkwijnen in mijn zetel. Ik moet het nu ‘een plaatsje geven’, zo’n uitdrukking waarbij ik spontaan moet kokhalzen. Kan iemand mij tips geven hoe dat gaat, dingen een plaatsje geven? En waar is dat plaatsje dan? In de hoek? Of eerder frontaal in mijn hersenen? De hoek staat al vol.

“Hey, je moet positief denken hé! Dat is belangrijk voor je herstel.” Ik hoor de gedachten al zoemen. Een gesprek hierover, dat ga ik niet meer aan. Ik geloof zelf ook wel dat een positieve ingesteldheid mij verder helpt. Ik denk dat zelfs bewezen te hebben deze zomer door buiten te komen, te bewegen, actief te blijven, door moed te vatten. Dat heeft me geholpen om de nevenwerkingen van de chemo de baas te kunnen. Maar, serieus, positief denken zal er niet voor zorgen dat ik nooit zal hervallen. En als er ooit uitzaaiingen gevonden worden, is het dan mijn schuld omdat ik niet genoeg positief gedacht heb?! Alsof mijn vader dat niet deed. Zijn motto was tot de laatste seconde : “Hoop doet leven en zolang er leven is, is er hoop.” En toch kwam die laatste seconde.

Goed, ik beloof het, ik zal proberen positief te denken, maar simpel is dat niet met die dwarrelende gedachte dat ik geen uitsluitsel heb of ik genezen ben of niet. En dat ook nooit zal hebben. Wat kan ik dan zelf doen om mijn kans op herval te verkleinen? Er zijn heel wat risicofactoren om borstkanker te krijgen en/of om te hervallen. De meeste, daar heb ik geen vat op. Ik ben een vrouw. Tadaaaa, daar heb je hem: de grootste risicofactor. Leeftijd, erfelijke belasting, jeugdige leeftijd van de eerste menstruatie, ... Daar valt niet veel aan te veranderen. Dat kreeg ik gratis en voor niks. Waar kan ik wel iets aan doen : voldoende bewegen, overgewicht en alcohol vermijden. Niet alleen voor borstkanker, maar voor veel andere medische problemen waarschijnlijk de weinige zaken waar je zelf (enige) invloed op kunt uitoefenen. Hoor mij, de gezondheidsgoeroe.

Voldoende bewegen, daar wordt volop aan gewerkt. Niet alleen om de conditie terug wat op te bouwen, maar bewegen is ook het enige middel dat helpt tegen de gewrichtspijnen van de anti-hormoontherapie. Win-win dus. Aan het eind van mijn chemo probeerde ik dagelijks een wandelingetje te maken. Al is het verkleinwoord gebruiken niet altijd juist: soms was het blokje om, soms wandelde ik 8 kilometer. Soms alleen, soms met z’n twee. Tijdens mijn bestralingen ben ik terug gestart met lopen. Omdat ik toen nog thuis was, kon ik een mooi trainingschema aanhouden. Dag lopen, dag rust, ... Ik pikte halfweg de start to run-lessenreeks in en voelde dat die conditie opbouwen vlot ging. Dan begon het te kriebelen: de Urban Trail in Mechelen, 10 kilometer, begin december. Het was een of andere uitdaging die ik nodig had, maar het voelde eveneens een beetje alsof ik wou tonen aan de wereld dat ik nog 'meedraaide'. Kijk, hier loop ik. Ik ben gewoon. Met mij is niks mis. Ik kan het nog steeds niet goed definiëren waarom het zo belangrijk voor mezelf was dat ik die run uitliep, maar ik deed het. Trots zijn op eigen prestaties, dat is niet echt aangeboren in mijn familie, maar deze prestatie zou ik wel van de daken willen schreeuwen. Volgende uitdaging : zorgen dat die conditie niet verwatert. Voorlopig hou ik het vol, mede dankzij de running ladies met wie ik samenloop.

Waar ik bij het bewegen kan zeggen dat ik er volop aan werk, kan ik bij het overgewicht zeggen dat ik altijd de intentie heb om eraan te werken. Een uitdaging terwijl ik menopauze-pillen neem die graag de kilo’s de hoogte induwen. Het voelt een beetje als de processie van Echternach. Ik doe mijn best, maar het gaat maar langzaam. Te langzaam, naar mijn gevoel. Misschien moet ik gewoon blij zijn dat de weegschaal niks extra’s vertoont. En misschien moet ik ook maar eens aan mezelf toegeven dat ik echt wel graag snoep. *blozende smiley*

Aan het vermijden van alcohol hoef ik niet echt te werken. Al besef ik, dit typende, dat er ergens een foto op facebook circuleert van mezelf, net die bewuste 10 kilometer gelopen in Mechelen, met een Maneblusser in de hand. Oeps! Op de lotgenoten-facebookpagina lees ik verhalen van mensen die beweren dat zelfs maar één glaasje drinken je herval in de hand kan werken. Ik wil dat onderzoek daarover wel eens lezen. Thuis drink ik nooit alcohol, maar voorlopig ben ik nog geen geheelonthouder geworden op sociale aangelegenheden. 

Is zelfzorg een maand na de laatste bestraling het werk hervatten? Voor sommige mensen niet, voor mij absoluut wel. Ik had genoeg wasjes gedraaid, ik had genoeg over mezelf en mijn kanker gebabbeld. Ik wilde terug naar het ‘normale’ leven en dus besliste ik om, vroeger dan de oncoloog voorzag, terug progressief het werk te hervatten. Ik ben nog steeds heel blij met die beslissing. Het is fijn om mij te focussen op het verhaal van een ander in plaats van altijd met het mijne bezig te zijn. Fulltime zou te zwaar zijn, dus de overgang via progressieve tewerkstelling is ideaal, maar pittig is het wel. Dat moet ik toegeven. Het werkritme houdt geen rekening met negen maanden thuis zitten en ziek wezen. Dus een tandje bijsteken. Of twee tandjes.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Lymfestrengen: eufemisme voor lymfekrengen

Onvoltooid

Controle