Afleiding


“U kunt gratis koffie of thee verkrijgen aan het onthaal.” Het rolt vele keren voorbij op de schermen in het Borstcentrum terwijl we in de wachtzaal zitten. Gratis koffie krijgen bij de dokter, dat kan maar weinig goeds voorspellen, bedenk ik me. De man, expert in relativiteit en relativeren, voorspelt eerder lang wachten. Hij krijgt gelijk.

We maken kennis met de oncologe die mij zal opvolgen en met een aantal van haar collega's. Ze overloopt de resultaten van de biopsie. Voor ze een behandelplan kunnen opstellen, zijn er een aantal bijkomende onderzoeken nodig, in de eerste plaats om metastasen in de rest van het lichaam uit te sluiten. Wordt het een curatieve, adjuvante of palliatieve behandeling? Een ding stel ik meteen duidelijk aan de oncologe : ik wil ab-so-luut geen overlevingskansen en kans op herval horen. De komende dagen worden een echo van de lever, RX van de longen, mammografie en MRI van de borsten en ten slotte een botscan ingepland. Er wordt meteen bloed genomen voor genetisch onderzoek. Gezien mijn grootmoeder en een nicht aan vaderskant borstkanker hebben gehad, willen ze dit toch onderzoeken. We krijgen een nieuwe afspraak de week nadien op donderdag om alle resultaten te bespreken. De aanblik van 7 volle dagen wachten op nieuws doet mij tilt slaan, waarop de oncologe voorstelt om direct te bellen bij eender welk resultaat, zowel goed als slecht.

Stilaan brengen we iedereen verder op de hoogte: familie, vrienden, collega's en het werk. Zelf hoop ik dat het nieuws zichzelf verspreidt, want de boodschap zelf over mijn lippen krijgen, is moeilijk. "Waarmee kunnen we jullie helpen?", het is de vraag die we zovele keren horen. Het doet deugd te weten dat mensen ons steunen en willen helpen wanneer nodig. Op dit moment lukt het praktisch nog, op een aantal opvangproblemen na. Afleiding daarentegen is hetgeen ons nu het meeste helpt : het wachten doorbreken en de gedachtentrein even een halt toeroepen. De vrienden nemen hun taak ernstig en zorgen voor de nodige afleiding, ook in de weken die volgen: bezoek met taart, wandelingen, lunch, film, avondje dobberen in de jacuzzi, ... Ik ben zo dankbaar voor elke minuut dat ik niet aan de kanker hoef te denken (en ik vermoed van de man hetzelfde: hij wordt dan een avondje ontlast van het voor de 492863220e keer aanhoren : “Het gaat uitgezaaid zijn! Ge gaat dat zien!” - De man verdient een gouden medaille voor geduld trouwens- ).

De afleiding die dat weekend gepland staat, is de fuif die we organiseren voor de ouders van de kleuterschool. Het voelt wat dubbel om te gaan fuiven terwijl je net te horen kreeg dat je kanker hebt, maar we grappen er samen met de mede-organisatoren over. Het motto voor de avond luidt  "party like there's no diagnose!". We zijn bijna klaar met de voorbereidingen in het jeugdhuis als ik telefoon krijg van de oncologe (ja, inderdaad, op zaterdagavond!). De eerste resultaten zijn binnen : geen uitzaaiingen op lever en longen gezien en de tumor is hormoongevoelig. De onderzoeken op maandag (MRI) en woensdag (botscan) moeten dan het totaalbeeld vervolledigen. Goed nieuws dus en dat vieren we meteen met een danspasje en een pintje (of 2. Mogelijks waren het er ook 3.). Samen met de kater komt de dag nadien de paniek weer opzetten.

Die donderdag wachten ons de oncologe, assistent gynaecologie-oncologie, de radiotherapeut en een student (vermoed ik) op. Ik schrik bij het zien van zoveel volk, maar wordt meteen gerustgesteld. Ook geen (zichtbare) metastasen op het bot gevonden! De mammo en de MRI geven wel een tumor aan van om en bij de 6 cm (de twee kernen worden toch als 1 geheel beschouwd). Het wordt dus een T3 N0 M0. De tumor heeft vermoedelijk graad 3 (groter dan 5 cm en reeds weinig gedifferentieerd). Vermoedelijk, want de exacte specificaties van de tumor kunnen pas bepaald worden door een patholoog. De N0 drukt uit dat er geen vermoeden is van aangetaste okselklieren volgens de beelden. De tumor is oestrogeen- en progesterongevoelig, maar HER2 negatief. Ondertussen doceert de radiotherapeut nog wat aan de student: ik moet me nog eens uitkleden, er wordt gewezen, gekeken en gevoeld aan mijn stel borsten. Ik onderga het allemaal in de overtuiging dat iedereen moet leren. Een voorwaarde maar : ik wil op z'n minst een naam horen. Een kleine introductie wie aan mijn borsten zal zitten vind ik wel geoorloofd.

Daarna stelt de oncologe het behandelplan voor: amputatie op woensdag 1 maart, daarna sowieso bestralingen en anti-hormoontherapie voor minimum 5 jaar. Gezien mijn jeugdige leeftijd volgt er misschien chemotherapie maar dat zal afhangen van het pathologisch onderzoek op de tumor. Ik reken snel even uit : nog 2 weken wachten met de amputatie?! Dat lijkt mij onoverbrugbaar. Ik blijf het gevoel hebben dat de kankercellen ondertussen met zijn allen op trektocht zijn door mijn hele lichaam. Als er kankercellen ontsnapt zijn, dan gaan de bestralingen en anti-hormoontherapie de groei van die cellen tegen, zo verzekert het medisch team ons. De radiotherapeut merkt daarenboven nog fijntjes op dat die twee weken het verschil niet maken op de 15 tot 20 jaar dat de tumor al in mijn lijf aanwezig is. Wat hierna nog gezegd wordt, gaat aan mij voorbij ... Dat betekent dat ergens tussen mijn 13e en 18e jaar de eerste cel fout is gaan delen. Wat een eng en griezelig idee.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Lymfestrengen: eufemisme voor lymfekrengen

Onvoltooid

Controle